Projecten (15)
Workshop strategieën voor verificatie van zelfcontrole en rapportage over luchtemissies
2021 - 2022 | Voltooid
Op 28 september en 11 oktober 2021 werden online workshops gehouden over de zelfcontrole van exploitanten op luchtemissies, georganiseerd door het IMPEL-project voor de tenuitvoerlegging van de richtlijn inzake industriële emissies. De workshops waren gericht op zelfmonitoring door de exploitant, op emissies in de lucht, continu en niet-continu, gericht op de betrouwbaarheid van zelfmonitoring en de rapportage daarvan door exploitanten (plichtsgetrouwen).
Lees meer +
Ondersteuning van de tenuitvoerlegging van de richtlijn industriële emissies
2015 | Doorlopend
Het project is gericht op het delen van kennis en goede praktijken tussen professionals op het gebied van regelgeving en het ontwikkelen van richtsnoeren en trainingsmateriaal ter ondersteuning van de effectieve tenuitvoerlegging van de Richtlijn Industriële Emissies (RIE). Specifieke resultaten van het project in de komende vier jaar (2021-2024) zijn:
Lees meer +
IED basisrapport
2015 - 2017 | Voltooid
Het basisrapport is nog maar enkele jaren geleden in de Europese wetgeving opgenomen. Niettemin hebben sommige lidstaten al een aanzienlijke ervaring opgebouwd met bodemonderzoeken, met gevestigde procedures die in sommige gevallen gebaseerd zijn op tientallen jaren praktijkervaring.
Het doel van het RIE-Basisrapport is in de eerste plaats de beoordeling van de bodemkwaliteit aan het begin van de verlenging van de vergunning van een industriële activiteit om een uitgangstoestand vast te stellen. Het doel is om een vergelijkingsbasis te bieden bij de definitieve beëindiging van de activiteit, om de toepassing van het principe "de vervuiler betaalt" op een objectieve basis mogelijk te maken.
Lees meer +
Ervaring met afwijkingen van de BBT-GEN's van de RIE
2014 - 2016 | Voltooid
Op grond van artikel 15, leden 4 en 5, van de Richtlijn industriële emissies 2010/75/EU (RIE) mogen IMPEL-leden bepalen dat in bepaalde omstandigheden een minder strenge emissiegrenswaarde (EGW) dan de BBT-GEN in een vergunning mag worden vastgesteld. De lidstaten ontwikkelen hun eigen voorstellen voor de implementatie, die vervolgens door de Commissie zullen worden beoordeeld. De Commissie heeft geen richtlijnen gepubliceerd over hoe de bepaling moet worden uitgevoerd. Dit kan leiden tot verschillende interpretaties in de IMPEL-lidstaten. Dit project is gericht op het identificeren van goede praktijken en het helpen van regelgevende instanties in IMPEL bij het ontwikkelen van een meer consistente aanpak van uitzonderingen op de richtlijn inzake industriële emissies.
Lees meer +
Milieu-inspecties van industriële installaties in overeenstemming met de Richtlijn Industriële Emissies (RIE)
2012 - 2013 | Voltooid
Het doel van dit project was het organiseren van een uitwisseling van informatie over beste praktijken voor de implementatie van artikel 23 en andere inspectierelevante artikelen van de richtlijn industriële emissies. Rekening houdend met de reeds door IMPEL ontwikkelde richtlijnen voor inspectieplanning en risicobeoordeling en met de vereisten van de richtlijn inzake industriële emissies, werd een interactieve leidraad voor inspecties van industriële emissies ontwikkeld.
Lees meer +
De overgang naar RIE-vergunningen en hoe om te gaan met substantiële veranderingen in een installatie waarvoor een vergunning is verleend
2012 - 2012 | Voltooid
Op 6 januari 2011 is de Richtlijn Industriële Emissies in werking getreden en de in artikel 80, lid 1, genoemde bepalingen ervan moeten binnen twee jaar in nationale wetgeving worden omgezet. Op grond van de richtlijn inzake industriële emissies is het mogelijk dat voor veel industriële sectoren een herziening van bestaande vergunningen nodig is om te voldoen aan de eisen van de BBT-conclusies in het desbetreffende BREF (artikel 3, leden 11 en 12). In het kader van de bestaande richtlijnen passen de lidstaten verschillende systemen toe om wijzigingen in inrichtingen te behandelen. Deze wijzigingen worden in verschillende vormen en gedaanten in vergunningen aangebracht, waaronder overeengekomen wijzigingen in vergunningen, wijzigingen in vergunningen, technische wijzigingen in vergunningen enzovoort. Artikel 20 van de richtlijn inzake industriële emissies gaat over wijzigingen aan installaties door exploitanten en artikel 63 gaat over substantiële wijzigingen aan bestaande installaties. Deze bepalingen vereisen een nieuwe aanpak van de lidstaten om te beslissen of een volledige herziening van een vergunning nodig is of dat een informeler goedkeuringssysteem voor wijzigingen wordt aangenomen.
Lees meer +
Koppeling van de Kaderrichtlijn Water en de IPPC/IE-richtlijnen
2010 - 2013 | Voltooid
De IPPC-richtlijn 2008/1/EG (nu RIE 2010/75/EU) en de Kaderrichtlijn Water 2000/60/EG zijn twee van de meest verstrekkende onderdelen van de EU-milieuwetgeving. Ze hebben de lidstaten voor veel uitdagingen gesteld. Installaties die onder de IPPC-richtlijn vallen, kunnen gevolgen hebben voor het watermilieu, bijvoorbeeld door directe of indirecte lozingen van verontreinigende stoffen, wateronttrekking, enz. IPPC vereist dat installaties worden geëxploiteerd volgens voorwaarden in vergunningen die in overeenstemming zijn met de beste beschikbare technieken (BBT). Ze moeten ook de milieukwaliteitsnormen respecteren die in de EU-wetgeving zijn vastgelegd, inclusief de normen die zijn afgeleid van de EU-waterwetgeving. De relatie tussen de twee reeksen verplichtingen is echter vaak verre van eenvoudig.
Lees meer +
Verbetering van vergunningverlening en inspectie van IPPC-varkenshouderijinstallaties door ontwikkeling van praktische richtsnoeren
2009 - 2013 | Voltooid
In 2009 werd een vergelijkingsprogramma uitgevoerd over vergunningen en inspecties van IPPC-varkenshouderijinstallaties in IMPEL-lidstaten (fase I). Het project richtte zich op vijf belangrijke onderwerpen: mestopslag, mestverspreiding, huisvestingssysteem, luchtbeperkingssystemen en geurbeoordeling. Het doel van het project in 2009 was om van elkaar te leren, ervaringen uit te wisselen en goede praktijken te identificeren.
Lees meer +
Rapportage aan het publiek
2008 - 2009 | Voltooid
Het doel van het project was om vast te stellen welke kerninformatie over uitgevoerde milieu-inspecties aan het publiek moet worden verstrekt en hoe deze informatie het beste kan worden verstrekt, met name via elektronische middelen (internet), en om aanbevelingen te doen. Het project slaagde erin te achterhalen welke informatie beschikbaar wordt gesteld aan het publiek en in welke vorm dat gebeurt.
Lees meer +
INSPECT-CEM - Richtlijnen voor milieu-inspectie voor de cementklinkerindustrie
2007 - 2009 | Voltooid
Het productieproces van cement is een complexe industriële activiteit die grote gevolgen kan hebben voor het milieu. Verschillende ervaringen en knowhow hebben aangetoond dat het monitoren van alleen schoorsteenemissies geen efficiënte controlestrategie is; het is belangrijk om een geïntegreerde controleactie te implementeren die ook rekening houdt met het productieproces en de toegepaste technologieën, aangezien een stabiele en gecontroleerde procesvoering de eerste garantie is voor het garanderen van naleving.
Lees meer +
Oplossen van milieuconflicten door buurtdialoog
2005 - 2010 | Voltooid
Dit project bestaat uit vier fasen, uitgevoerd tussen 2005 en 2010.
Buurtdialogen voorkomen, beheren en lossen conflicten effectief en efficiënt op door vertrouwen op te bouwen, door te zoeken naar win-winoplossingen en door duurzame goede buurtrelaties te creëren. Hun doel is het openlijk delen van informatie, het ontwikkelen van aanbevelingen voor het bedrijf en soms zelfs samenwerken en onderhandelen om tot een oplossing te komen.
Lees meer +
INSPECTAN: Richtlijnen voor milieu-inspectie voor de leerlooi-industrie
2004 - 2005 | Voltooid
Dit rapport is gebaseerd op de resultaten van een vragenlijst die is besproken tijdens bijeenkomsten in de periode oktober 2004 - juni 2005. De discussie concentreerde zich op de economie, de productieprocessen, wet- en regelgeving en inspectieprocedures. Het rapport is bedoeld als hulpmiddel voor de overheidsinstanties die betrokken zijn bij controles en toezicht op de leerlooierijsector. Hiertoe verzamelt het de ervaringen van verschillende Europese contexten van de leer- en looi-industrie.
Lees meer +
Implementatie en gebruik van BREF's
2004 | Voltooid
Het hoofddoel van dit IMPEL-project was informatie uit te wisselen over het daadwerkelijke gebruik van BREF's en de uitvoering van BBT's tussen IMPEL-leden en operationele autoriteiten die in de lidstaten belast zijn met de verspreiding van BREF's en de uitvoering van BBT's.
Lees meer +
Inachtneming van de menselijke gezondheid bij IPPC
2003 - 2004 | Voltooid
Dit project is opgezet om een rapport op te stellen over de manier waarop rekening wordt gehouden met de gevolgen voor de menselijke gezondheid in de verschillende fasen van de vergunningverlening in het kader van de richtlijn inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (IPPC). Door de huidige uiteenlopende benaderingen van de lidstaten op dit gebied te bestuderen, is een gids voor goede praktijken ontwikkeld. Deze gids zal de lidstaten helpen bij het vaststellen van gemeenschappelijke beginselen en procedures die ze in overweging kunnen nemen bij hun implementatie van de IPPC-richtlijn. De IPPC-richtlijn legt sterker dan alle eerdere wetgeving de nadruk op de bescherming van de menselijke gezondheid door middel van milieuregelgeving. Het project stelde vast dat in de meeste Europese lidstaten de verantwoordelijkheden voor gezondheidsbescherming en milieubescherming niet bij dezelfde instantie berusten. Het implementeren van IPPC is daarom een uitdaging en vereist aanzienlijke samenwerking.
Lees meer +
Het gebruik van vluchtige organische stoffen (VOS) en gechloreerde koolwaterstoffen
2000 - 2005 | Voltooid
Het doel van dit project is het uitwisselen van informatie over de implementatie van de VOS-richtlijn tussen experts en/of inspecteurs. Tijdens een IMPEL-workshop werd informatie over de VOS-regelgeving in de richtlijn en enkele nationale wetten aan de deelnemers gepresenteerd. Het belangrijkste aandachtspunt was de bespreking van de voorbereide casestudies in kleine werkgroepen, die elk uit 8 tot 16 leden bestonden. De belangrijkste resultaten waren:
Lees meer +