De bredere context

In de mededeling van de EU-Commissie wordt opgemerkt dat, hoewel de etiketteringsrichtlijn gebaseerd is op het beginsel dat de vervuiler betaalt, alle vier de beginselen waarop het milieubeleid van de EU is gebaseerd, van toepassing en relevant zijn bij het begrijpen en interpreteren van de term milieuschade. Naast het beginsel dat de vervuiler betaalt, zijn er de beginselen dat preventieve actie moet worden ondernomen en dat milieuschade bij voorrang aan de bron moet worden hersteld, het voorzorgsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel. Deze beginselen moeten in gedachten worden gehouden bij het beoordelen van de aanwijzingen en bewijzen voor milieuschade (of het onmiddellijk gevaar daarvoor) en de bewijslast die nodig is om de drempelwaarden voor dergelijke milieuschade (en het onmiddellijk gevaar daarvoor) te bereiken. 
De mededeling van de EU-commissie introduceert een aantal nieuwe termen/zinnen, of verschaft duidelijkheid over termen die niet in de etiketteringsrichtlijn zijn gedefinieerd, waaronder de volgende:
1.    Schadelijke gebeurtenis1  – gebeurtenis die aanleiding geeft tot een oorzakelijk verband tussen een beroepsactiviteit en milieuschade. Dit voorval kan betrekking hebben op een gebeurtenis of emissie tijdens abnormale of normale werkzaamheden, of als gevolg van een incident of ongeval.
2.    Schadefactoren2  – factoren die schadelijke effecten veroorzaken (zie hieronder voor meer informatie over schadelijke effecten). Deze kunnen:
(i) additief, bijvoorbeeld het vrijkomen van een toxische stof of een andere dergelijke verontreiniging in het milieu, of 
(ii) subtractief/extractief, zoals het onttrekken of afdammen van een rivier of het kappen van bomen, of
(iii) destructief, zoals het opzettelijk doden van individuen van een beschermde soort.
3.    Onmiddellijke beheersing van schadefactoren3  – de stappen die exploitanten moeten nemen wanneer milieuschade is opgetreden om schadefactoren te beheersen, in te perken, te verwijderen of te beheren om verdere milieuschade te beperken of te voorkomen.
4.    Referentiebegrippen4  - voor alle drie categorieën natuurlijke rijkdommen wordt in de definitie van “milieuschade” een referentiebegrip gebruikt om te bepalen of schadelijke effecten relevant zijn. Voor beschermde soorten en natuurlijke habitats is het referentieconcept de gunstige staat van instandhouding van deze soorten en habitats. Voor water is dit de ecologische, chemische of kwantitatieve toestand of het ecologisch potentieel van wateren krachtens de kaderrichtlijn water en de milieutoestand van mariene wateren krachtens de kaderrichtlijn mariene strategie. Voor land gaat het om risico's voor de menselijke gezondheid. De functie van deze referentieconcepten is om parameters en criteria aan te reiken waaraan de relevantie van schadelijke effecten kan worden getoetst. De concepten verschaffen elementen waaraan schadelijke effecten moeten worden afgemeten.
Schadelijke verschijnselen en schadefactoren die schadelijke effecten kunnen veroorzaken voor elk type milieuschade zijn opgenomen in de DRUKTabel van deze praktijkgids.
Referentieconcepten voor elk type milieuschade zijn opgenomen in de tabellen IMPACT en STATE van deze Praktijkgids.

 

  1 Paragraaf 17 van de EU COM Mededeling.
 2Paragraaf 18 van de EU COM mededeling.
  3 Paragraaf 21 van de EU COM Notice.
 4 Paragraaf 46 van de EU COM Notice.
This site uses cookies from Google to deliver its services and to analyze traffic. Your IP address and user-agent are shared with Google along with performance and security metrics to ensure quality of service, generate usage statistics, and to detect and address abuse.